Maak een voorblad met een afbeelding van je boek, je naam, je klas en de inleverdatum van het verslag.

Verwerk de volgende onderdelen telkens op een nieuwe pagina.

 

Opdracht 1.1 Over de schrijver en het boek

Verwerk de volgende punten als een lopend verhaal.

1. Titel van het boek en de naam van de schrijver.

2. Naam schrijver(s), geboortedatum, geboorteplaats en eventueel sterfdatum
3. Fictie of non-fictie?

4. Genre

5. Onderwerp of thema
6. Eerste uitgave van het boek, naam van de uitgever
7. Korte beschrijving leven van de schrijver (maximaal 15 regels)

 

Opdracht 1.2 Samenvatting

Maak zelf een samenvatting van ongeveer 250 woorden. Zet in de samenvatting de belangrijkste informatie uit het boek. Zorg dat het een lopend verhaal is.

 

Opdracht 1.3 Verdieping

Kies uit onderstaande opdrachten 4 opdrachten uit. Deze 4 opdrachten ga je uitwerken. De opdrachten komen ook in je verslag te zitten.

 

1. Recensie

Je gaat een recensie schrijven over het boek dat je gelezen hebt. Een recensie is een kritisch artikeltje voor andere lezers over een boek. In jouw recensie geef jij je mening over het boek. Gebruik maximaal 10 zinnen.

- Noteer eerst de schrijver en de titel van het boek.

- Beschrijf in 2 zinnen waar het boek over gaat.

- Geef daarna je mening over het boek. Leg uit waarom jij het wel of geen goed boek vindt. Gebruik argumenten.

- Sluit af met een conclusie. Hierin geef je aan of jij het boek wel of niet aanraadt aan medeleerlingen.

 

2. Sms aan de hoofdpersoon

Bedenk welke goede raad je aan de hoofdpersoon wilt geven. Schrijf deze goede raad in een sms'je. Je mag 160 tekens gebruiken. Probeer of het past door het in je telefoon te typen. Je typt het sms'je voor de opdracht in een tekstverwerkingsprogramma.

 

3. Woordspin

Bedenk waarover je een woordspin wilt maken. Dat kan het boek, een hoofdstuk of een personage zijn. Noteer dit onderwerp in het midden. Zet om het onderwerp woorden die er bij horen. Alles samen vormt uiteindelijk het belangrijkste van het boek. Je kunt de woordspin zelf tekenen of je kunt hier een digitaal programma voor gebruiken.

 

4. Nieuw vervolg

Je gaat een vervolg schrijven op het verhaal dat je gelezen hebt.

- Noteer de laatste drie zinnen van het hoofdstuk van het boek.

- Verzin nu zelf hoe het verhaal verdergaat.

- Schrijf jouw eigen vervolg van het verhaal op. Gebruik minimaal 10 zinnen.

 

5. Boze brief

Schrijf een boze brief aan een vervelend personage in het boek.

- Leg in je brief uit waarom je hem/haar stom vindt en geef een goede raad om zijn/haar leven te beteren. Denk aan de aanhef, datum en afsluiting.

- Gebruik minimaal 100 woorden.

 

6. Fanmail

Schrijf een brief aan de hoofdpersoon van het boek.  Schrijf waarom je hem/haar fantastisch vindt. Denk aan de aanhef, datum en afsluiting. Gebruik minimaal 100 woorden.